Nederland breidt zijn gereguleerde cannabisproef uit met als doel een gesloten netwerk van telers en detailhandelaren te creëren, beginnend op maandag. Deze nieuwe fase omvat tien steden en dorpen, met acht extra steden die nu deelnemen.
De cannabiscafés in deze steden, bekend als "coffeeshops," zullen cannabis en hasj verkopen die zijn geproduceerd door erkende telers naast illegale producten. Aanvankelijk gelanceerd in Breda en Tilburg vorig jaar, strekt de proef zich nu uit tot Groningen, Zaanstad, Almere, Arnhem, Nijmegen, Voorne aan Zee, Heerlen en Maastricht.
Verbetering van de kwaliteit en variëteit van cannabis
Deze fase van de proef streeft naar verbetering van de "hoeveelheid, kwaliteit en diversiteit" van de beschikbare cannabis in coffeeshops. Eigenaren kunnen inkopen bij verschillende erkende telers, waardoor een breder assortiment aan klanten wordt aangeboden en de afhankelijkheid van illegale bronnen wordt verminderd.
Momenteel zijn slechts drie leveranciers operationeel, maar ambtenaren verwachten dat er in september nog twee klaar zullen zijn. Vanaf die maand zullen de 80 coffeeshops die bij de proef betrokken zijn uitsluitend gelicentieerde producten verkopen.
Politieke zorgen en wetgevende acties
Ondanks de bezorgdheid van de nieuwe coalitie stemde een meerderheid van de Kamerleden tegen het voorstel van de extreemrechtse PVV om het experiment te beëindigen. Ze verwierpen ook een last-minute poging om het oostelijke district van Amsterdam op te nemen.
De proef heeft tot doel het Nederlandse "gedoog" beleid geleidelijk af te schaffen, dat het bezit van kleine hoeveelheden cannabis decriminaliseert en verkooppunten licentieert, terwijl grootschalige productie en verkoop illegaal blijven. Dit "voordeur, achterdeur" systeem werd in de jaren '70 geïntroduceerd om onderscheid te maken tussen "soft" en "hard" drugs, in een tijd waarin Amsterdam de reputatie kreeg een drugparadijs te zijn.
Aanpak van criminaliteit en veiligheidskwesties
Dit beleid heeft onbedoeld criminele activiteiten laten gedijen, met overvallen, geweld en witwassen die nog steeds gebruikelijk zijn in de industrie. Consumenten weten vaak niet precies wat hun aankopen bevatten, wat de reacties van de gezondheidsdiensten bemoeilijkt. Het experiment is bedoeld om deze achterdeur naar criminele activiteiten te sluiten.
De burgemeester van Breda, Paul Delpa, een vooraanstaand voorstander van een gereguleerd systeem, benadrukte de focus van de proef op veiligheid. "Het Nederlandse beleid voor wiet is vrij slinks. Mensen kunnen het legaal kopen in coffeeshops, maar de productie van de wiet en het koopgedeelte (de achterdeur) van de winkeliers is illegaal. Dat betekent dat er een grote criminele wereld is die gedijt op het produceren van de wiet en het verkopen aan de winkels. Dat moet veranderen," vertelde Delpa aan Dutch News vorig jaar.
Persoonlijk perspectief
De uitbreiding van de gereguleerde cannabisproef is een grote stap richting het oplossen van de problemen en veiligheidskwesties met het huidige beleid. Door erkende telers coffeeshops te laten bevoorraden, wil de overheid de criminele invloed verminderen en consumenten veiligere, gereguleerde producten aanbieden. Dit zou een voorbeeld kunnen zijn voor andere landen die voor soortgelijke uitdagingen staan.
Naarmate de proef vordert, is het belangrijk om de effecten op de misdaadcijfers en de volksgezondheid te observeren. Als het werkt, kan deze stap leiden tot een transparantere en veiligere cannabismarkt in Nederland.